Reinbert de Leeuw - Menu
Buy: € 60.00
Reinbert de Leeuw: Axel Synopsis
Eerste Akte
Jan van Vlijmen & Reinbert de Leeuw: Axel Prelude (fragment) Radio Filharmonisch Orkest - Hans Vonk |
Eerste tafereel
In de kapel van een Frans klooster worden voorbereidingen getroffen voor de wijding van een non: de rijke Sara de Maupers. Een nonnenkoor bejubelt het Heilige huwelijk van haar die door God is uitverkoren als bruid: 'Oh qué bien tan sin segundo!'. De Abdis nadert Sara en trekt de sluier van haar gezicht:
De Abdis laat haar een document tekenen waarmee ze al haar wereldse bezittingen aan het klooster vermaakt. Daarna krijgt zij opdracht te bidden met zuster Aloyse. In geëxalteerde frasen betuigt deze haar slaafse en allerminst hoofse liefde aan Sara. De Abdis spreekt tegenover de Aartsdeken haar twijfels uit over de novice. Weliswaar deelt ze het familiewapen met de sfinxen en het doodshoofd met de graven Von Auersperg, maar het meisje bevreemdt haar: ze heeft de ziel van een sabel. Op de kloosterzolder bracht ze eens een ijskoude nacht door met het bestuderen van daar opgeslagen ketterboeken en ze was al eens betrapt toen zij een vel perkament uit het getijdenboek van de burgvrouwe Von Auersperg verbrandde. Ooit was dit document uit Duitsland naar het klooster gestuurd door een zekere doctor Athanasius. De abdis vermoedt dat het document een duistere boodschap bevatte. De twijfels komen tot ontlading als de Aartsdeken Sara in de wijdingsceremonie vraagt of ze het licht wil aanvaarden. Met een duivelse schreeuw antwoordt ze: 'Non'!
Jan van Vlijmen & Reinbert de Leeuw: Axel Act I/1 'Réponds! Acceptes-tu la lumière' Richard Gill (Aartsdeken), Urpu Nuottamo (Sara), Radio Filharmonisch Orkest - Hans Vonk |
Tweede tafereel
In de crypte onder het klooster veroordeelt de Aartsdeken Sara tot opsluiting voor onbepaalde tijd in de grafkelder van de heilige Apollodora. onbepaalde tijd in de grafkelder van de heilige Apollodora.
Jan van Vlijmen & Reinbert de Leeuw: Axel Act I/2 'Femme! Tu as rougi de celui' Annett Andriessen (Abdis), Richard Gill (Aartsdeken), Radio Filharmonisch Orkest - Hans Vonk |
Sara zwijgt. Als haar geboden wordt, haar kerker te betreden teneinde haar zonden te overdenken, wijst zij gebiedend naar de ingang. In een soort van hypnotische ban schrijden de Aartsdeken en de Abdis vervolgens zelf de kerker in. . Sara sluit het graf achter hen en verlaat het klooster, bewierookt door Aloyse: 'Je te salue, ô très occulte, ô très profonde, Luxure, Impératrice Immortelle du monde / Res benedicta.'
Jan van Vlijmen & Reinbert de Leeuw: Axel Act I/Finale 'Je te salue' Marjanne Kweksilber (Aloyse), Urpu Nuottamo (Sara), Radio Filharmonisch Orkest - Hans Vonk |
Tweede akte
In de wouden van Duitsland logeert Kaspar von Auersperg in het sombere kasteel van zijn neef, Axel. Kaspar beklaagt zich over zijn gastheer, die hier zijn jeugd doorbrengt met de oude huismeester Zacharias, zijn jonge page Horst en de magiër Athanasius, onder wiens invloed hij staat, net als eerder zijn moeder. Als Kaspar wil vertrekken vertelt Zacharias hem een geheim Als Kaspar wil vertrekken vertelt Zacharias hem een geheim in een lange vertelling 'Die alten Zeiten sind noch immer da'. Het centrale deel culmineert in de onthulling van dat geheim:
Jan van Vlijmen & Reinbert de Leeuw: Axel Act II/1 'Kennen Sie die Legende diesen Schlosses?' Lieuwe Visser (Kaspar), Radio Filharmonisch Orkest - Hans Vonk |
'Kennen Sie die Legende diesen Schlosses? Mein Vater hat sie mir erzählt. Wo heute diese meterdicken Mauern stehen, gab es vor fast tausend Jahren eine Lichtung im Wald. Eines Tages spielten da zwei Kinder: eine Knabe und ein Mädchen. Plötzlich entspang aus der Erden ein Brunnen. Sie nahmen etwas von dem Wasser mit nach Hause und gaben es ihrer kranken Mutter zu trinken. Nach kurzer Zeit war sie genesen. Aus allen Deutschen Ländern strömten nun die Kranken herbei, und viele fanden Genesung. Aber gerade in dem Augenblick, da man an diesem ort anfing, eine Kirche zu bauen, der Mutter Gottes gewidmet, trocknete der Brunnen auf einmal aus. Nur die Krypta war fertig. Es gibt sie noch immer unter diesem Schloss.
So fing es an. Ein Jahrhundert später vergrub hier ein Kreuzritter, Konrad von Auersperg, den Goldschatz, den er im Heiligen Land den heiden geraubt hatte.'
Do you know the legend of this castle? My father tol dit to me. A thousend years before these solid walls were build, this plae was a light spot in the woods. Two children came to play there, a boy and a girl. Suddenly a well sprang from the earth. They brought its water to their sick mother. She quickly recovered. From all over Germany came sick people, and many were cured by the water of the well. Then, when the structure of a Church in the name of the mother of God was started there, the well fell dry. Only the crypt had been erected. She still exists in the depths of this castle.
That is ho wit started. A hundred year later a Crusader, Konrad von Auersperg, buried there the gold he had taken from the Holy Land.
Kaspar gelooft hem niet. Daarop vertelt Zacharias eerst dat de schat uit de tijd van Napoleon stamt, om tenslotte een aannemelijkere versie uit de doeken te doen: het gaat om het goud uit het Derde Rijk dat Axels vader Manfred, een terechtgestelde nazi, hier heeft verborgen. De schat bevat de trouwringen uit de concentratiekampen en de gouden kiezen van de Joden in Auschwitz. Kaspar gelooft hem niet. Als Axel verschijnt, probeert Kaspar hem een laatste keer over te halen zich onder de mensen te begeven, maar als hij over het goud begint daagt Axel hem uit tot een duel. Het goud interesseert de kasteelheer niet, maar de naam van zijn vader mag niet ongestraft worden bezoedeld. Als Axel het duel dreigt te verliezen, schiet Horst Kaspar in zijn rug. Axel becommentariëert zijn dood in de solo 'Vorbeigänger':
Derde akte
Eerste tafereel
In de torenkamer van het kasteel reciteert Athanasius–I de verborgen wijsheden, in zijn monoloog 'Die Geschöpf hie nieden gesellen sich
Zu denen dort oben'. Aan het slot van deze oude alchemistische bezwering over een wonder dat op het punt staat zich te voltrekken splitst Athaniusus–II (bas) zich af van Athanasius–I (bas). Samen zingen zij Axels lof voor het doden van Kaspar:
Vervolgens zingen zij de lof aan dat wezen dat zowel man als vrouw zal zijn, verwekt door Hermes bij Afrodite, een Hermafrodiet. Door elkaar heen zingen zij de antieke esoterische teksten uit voorbije eeuwen die in de inleiding al werden aangestipt: 'Est-ce un jeune homme?' uit een hermafroditisch gedicht van Gautier; 'Rem geminam...' uit de Atalanta fugiens (1617) van Michael Maier, arts en alchemist.
Na deze hebreeuwse en Egyptische hiëroglyfenteksten komt Villiers zelf weer aan bod in 'Die Welt beugt sich nur vor Statuen' (L'univers ne se prosterne que devant les statues; de zinsnede die Mulisch lang als titel in gedachten had).
Zacharias meldt dat een vrouw is gearriveerd. Ze is in de crypte afgedaald. Uit de woorden van de magiër blijkt dat deze het is die de handeling stuurt. Is een lang tussenspel met een overdaad aan verrassend letterlijke Wagnercitaten die tezamen een soort smeltkroes van Tristan und Isolde, Siegfried Act II, Walküre Act II, en de Klingsor scène uit Parsifal vormen, verschijnt de muur.
Tweede tafereel
In de crypte onder het kasteel bespiedt Axel Sara. Ze gaat naar het wapenschild aan de muur en de steekt de punt van het mes tussen de ogen van het doodshoofd, waarna de goudschat zichtbaar wordt. Als ze Axel ziet probeert ze hem te doden, maar voor ze toe kan slaan ontstaat tussen hen een ontembare liefde. Het is in deze passage dat Villiers steeds letterlijker op Wagners huid gaat schrijven. Zijn liefdesdood mag worden gelezen als de sublimatie van hetgeen Wagner van Tannhäuser tot en met Isoldes Liebestot 'Mild und leise' probeerde uit te drukken. Nadat haar blik zich aan die van Axel heeft geklonken, probeert ze hem als een Venus–Kundry–Isolde te verleiden:
Jan van Vlijmen & Reinbert de Leeuw: Axel Act II/2 'Es ist zu spät' Michael Devlin (Axel), Urpu Nuottamo (Sara), Radio Filharmonisch Orkest - Hans Vonk |
Axel vraagt haar daarop naar haar naam. De muziek zweeft tussen Wagners Tristan en de passage uit Siegfried waar hij ziet dat Brünnhilde geen man is: 'Sara! Sara! Ich bin nicht mehr allein.' Er volgt een bizar liefdesduet, waarin Wagner, Zemlinsky en Schönberg voor een sfeertekening zorgen die de akoestische spiegelbeeld vormt van Gustav Klimts befaamde goudschilderijen. Axel houd zoveel van haar, dat hij haar niet wil leren kennen. Sara wijst op het wapen dat haar zegelring siert en vraagt hem of hij het herkent. Hij vraagt of dit het noodlot is. Zij antwoordt dat zij en Axel het noodlot zijn. Haar verbondenheid met Axels moeder wordt nooit duidelijk, maar de suggestie dat ze Axels zuster is hangt stevig in de lucht. Bij de sarcofaag van Axels moeder vertelt Sara over het getijdenboek, waarin het geheim van de bergplaats stond. Daarop begint Axel te vermoeden dat Athanasius met hen experimenteert. In breed opgezette muzikale frasen die de muziek voor Walhall in Rheingold en de 'Weltbrandt' in Götterdämmerung in herinnering brengen, celebreert Sara het goud als datgene waarmee ze zich de wereld toe kunnen eigenen, maar Axel vindt hun droom te mooi: hij kan alleen nog afnemen. Hij wil sterven. Sara verzet zich aanvankelijk, waarom niet eerst een dag van elkaar genieten? Maar Axel stelt dat hij dan de gevangene van haar lichaam zal zijn, wil zij hem volgen in de dood. Als ze haar angst hiervoor uitspreekt, antwoordt Axel:
Jan van Vlijmen & Reinbert de Leeuw: Axel Act III/2 'Möge die Menschheit' Michael Devlin (Axel), Urpu Nuottamo (Sara), Radio Filharmonisch Orkest - Hans Vonk |
< Karel Miry - Bouchard d'Avesnes (synopsis) | Reinbert de Leeuw: Axel Intro > |
---|